Afra’s eiland
Afra Maria de Wit (weefster)
Schering en inslag
Vanaf grote hoogte lijkt Nederland op een lappendeken, wie beter kijkt ziet pas wat er werkelijk gaande is. Op eenzelfde manier kan er naar het werk van Afra worden gekeken; van een afstand biedt haar werk een bonte aanblik maar eenmaal dichterbij treft men een subtiel lijnenspel tussen mens en natuur, samengesteld uit restanten van de samenleving. Uit een andere hoek, als dwarsdoorsnede, kijkt de toeschouwer naar geologische lagen die zijn opgebouwd uit verschillende periodes van haar bijna twee decennia overspannende hartstocht.
Afra Maria de Wit (1962) komt zelden buiten, kijkt geen TV en lezen doet ze niet. De wereld en zijn verhalen komen via spaarzame persoonlijke contacten bij haar binnen. In haar leven waren tegenslagen dan ook schering en inslag. Als het doel verwerking zou zijn, heeft ze nu genoeg aan haar arbeid. Zoals ze zelf laat optekenen: “Weven kleurt mijn bestaan.”
Afra haar werk lijkt als verhaal te zijn ontsnapt uit een zak van een jurk, gemaakt door kunstenaar Simone Ten Bosch; eerdergenoemde kan in ieder geval als een inspiratiebron worden gezien. Hoe dan ook: Afra weeft dapper door aan haar levenswerk dat in Het Wevershuisje op een excellente manier tot zijn recht komt. Dat de Allokoenenia afra een spinnensoort is die bijna niets anders doet dan weven, kunnen we afdoen als louter toeval.
Simone Maria ten Bosch (autonoom kunstenaar), met ‘De rol van de rok’
Patronen van de geest
Sinds ergens in de negentiende eeuw een couturier z’n ontwerpen begon te signeren zijn mode en kunst aan elkaar verwant. Mode verwierf eenzelfde soort status als de ongeveer tegelijkertijd ontstane disciplines fotografie en vormgeving, maar kent ook een maatschappelijke functie. Ze geeft blijk van een overtuiging, maatschappelijke visie of persoonlijke boodschap. Wanneer de ontwerpster de creaties zelf draagt is mode bovendien een kunstvorm waarbij de maker eens niet afwezig is.
Het vertrouwde gevoel van moeders rokken, een moeder voor iedereen. Daar begon het mee. Zo bevat Simone Ten Bosch (1957) haar Wereldwijde rok vijfentwintig zakken die gevuld zijn met persoonlijke verhalen, veelal van vluchtelingen. De rok als boek: buiten toegepaste kunst, binnenin de vertellingen. Zoekend naar gehoor geeft de draagster die verhalen letterlijk een stem en zorgt op die manier voor meer begrip of op z’n minst discussie. Dit maatschappelijke project is geëvalueerd tot een alle zintuigen omvattend kunstwerk met verschillende thema’s: Tribe of the Senses. Tijdens festivals is de straat de catwalk, gebouwen vormen het decor en wordt het publiek getrakteerd op muziek, uitzonderlijke gerechten, drank en levensechte modellen die de ontwerpen van Simone tot leven wekken.
De creaties van Simone zijn om het lijf gedrappeerde uitingsvormen van persoonlijke overwegingen die in het dagelijks leven, het straatbeeld, het best tot hun recht komen. De draagster heeft in alle gevallen echt wat om het lijf: de rokken van Simone bieden een passende vorm aan haar wereldbeeld.
Als Penelope trekt zij ‘s avonds haar werk weer uit, om in de ochtend overnieuw te beginnen. De veranderende eisen van de tijd vragen dan ook telkens om een andere aanpak. Zo spint ook Simone voort.
Poster
Vindt u het leuk om uw stadsgenoten attent te maken op de expositie “WereldWijdeRok borduurt voort op een geweven leven”? Download de poster en hang hem, bijvoorbeeld, voor uw raam. Alvast bedankt!